Plannen van vrachtvervoer kun je leren op school en tijdens een stage. Echter, de dagelijkse praktijk is andere koek. Dan leer je de kneepjes van het vak pas écht.

Hoe word je planner? Je kunt ervoor leren. En je kunt het bij toeval worden. Vertellen Ruud Emonts (26) en Debby Wolfs (23) van internationaal expeditiebedrijf Rooskens uit Buggenum. Ruud Emonts uit Neer, hij studeerde af aan de Vervoersacademiein Venlo, somt de vereiste eigenschappen van een planner op. ,,Stressbestending, communicatief, taalvaardig, HBO-denkniveauen improvisatietalent.”

Zowaar geen geringe eisen, die je zeker niet allemaal in de schoolbanken onder de knie krijgt. Want plannen moet je vooral in de praktijk leren. Daar hoort zoiets bij als omgaan met stress, weet collega Debby Wolfs (23). ,,Dagelijks gaan hier tachtig tot honderd vervoerorders de deur uit, en dat gebeurt voornamelijk in de ochtenduren. Kun je nagaan hoe druk het dan is.”

Hbo-opleiding

Debby werkt ruim één jaar bij Rooskens Group, sinds twintig jaar een specialist in internationaal wegvervoer, luchtvrachten, koeriersdiensten en vervoer per schip en rails. Bij het bedrijf werken 16 mensen, onder wie zes planners. De Echtse studeerde bedrijfseconomie in Sittard, weliswaar een HBO-opleiding, maar totaal iets anders. Ze heeft haar draai gevonden in de drukke vervoerswereld. ,,Dit ligt me beter dan waarvoor ik heb geleerd. Ik solliciteerde, omdat de banen nu eenmaal niet voor het oprapen liggen. Bovendien zijn er intern groeimogelijkheden. Via de bedrijfsadministratie kwam ik terecht op de afdeling planning. Nu doe ik de planning over de wegen in West-Europa. Het is de bedoeling dat ik ook de planning over zee ga doen. Maar dan moet ik wel eerst nog veel leren van mijn collega’s. Ik merk dat ik steeds meer stappen zet.”

Geboren planner

Ruud klom razendsnel bij Rooskens op tot operations manager. Hij is een geboren planner. Als tiener vergezelde hij zijn oom in de vrachtauto. De vervoersacademie was een roeping voor hem. Ruud liep stage bij de expediteur om de hoek in Buggenum en deed er altijd vakantiewerk. ,,Het regelen van vervoersstromen vind ik spannender dan warehouse management. Om te zien hoe een halffabricaat vanuit China via omwegen als compleet eindproduct in Nederland terecht komt.” Daar komt heel wat bij kijken. Eerst wordt een afspraak gemaakt over de prijs en de tijdsduur. Aangezien Rooskens een expeditiebedrijf is zonder wielen, wordt een vervoerder ingehuurd, tegen een zo scherp mogelijke prijs voor de beste kwaliteit.” Voor onderweg maken de planners alle douanepapieren in orde.  Het transport volgen ze op hun pc. ,,Er kan onverwacht iets gebeuren.  Dan moet je kunnen improviseren”, zegt Ruud. Debby: ,,Van fouten leer je. Het is wel zaak een fout snel te herstellen om de schade te beperken.”

Persoonlijk ontwikkelings plan

Werknemers bij Rooskens hebben een persoonlijk ontwikkelingsplan. Daarin staan de persoonlijke ambities beschreven en wat de beste weg is om die ambities te verwezenlijken. Bijvoorbeeld door het volgen van cursussen. Onlangs bracht een deskundige een bezoek aan het bedrijf om te praten over het afhandelen van douanepapieren. Debby: ,,Mijn doel is om te groeien naar zelfstandig planner en dat ik zelfstandig alle werkzaamheden mag verrichten. Nu richt ik me vooral op het wegvervoer in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar het is de bedoeling dat ik ook aan de slag ga met vervoer over zee. Door mee te kijken bij mijn collega’s ontwikkel ik me snel.”

Leerproces

Voor Ruud ging de weg naar boven razendsnel. Hij leidt de afdeling planning en ontfermt zich in die hoedanigheid over het persoonlijk ontwikkelingsplan van Debby. Ook voor hem is het leerproces nog niet voorbij. ,,De doelstelling van het bedrijf is groeien. Dat betekent dat het personeel mee moet groeien”, filosofeert Ruud. ,,Ik wil alles weten over het bedrijf. Van administratie tot sales. En hoe zaken geregeld zijn, zoals pr-zaken en schadeclaims. Verder wil ik mijn communicatieve vaardigheden als leidinggevende verbeteren. Een persoonlijk coach leert me hoe ik personeel het beste kan aansturen. Inmiddels heb ik meerdere interviews met hem gedaan. Daar leer ik ontzettend veel van.”

Familiebedrijf

Rooskens ademt de sfeer van een familiebedrijf. Afdelingen werken met elkaar en niet naast elkaar. Werknemers zijn niet te beroerd om over te werken of om in de avonduren een klant in nood te woord te staan. Bij de informele zakelijkheid hoort ook gezelligheid. Weldra gaan de werknemers een dagje uit naar dierentuin Blijdorp in Rotterdam. ,,De sfeer is goed, ook mede doordat we mooie cijfers schrijven”, zegt Ruud. ,,De crisis voelen we niet zo. We doen veel zaken in Duitsland. Daar draait de economie goed.” Debby: ,,Op tijd wordt een grapje gemaakt. Dat is ook wel nodig.  Af en toe moet je gewoon even afschakelen.”