Voordat goederen in het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, dient een summiere aangifte (ENS) te worden gedaan bij binnenbrengen. Kort samengevat dient de summiere aangifte te worden gedaan door de luchtvaartmaatschappij en tot doel de douane in de gelegenheid te stellen om, hoofdzakelijk voor veiligheidsdoeleinden, risicoanalyses uit te voeren. De risicoanalyse moet zijn afgerond voor de daadwerkelijke binnenkomst van het luchtvaartuig.
Nadat de goederen bij de douane zijn aangebracht, dient een aangifte voor tijdelijke opslag te worden gedaan (ATO). Uiterlijk 90 dagen na het indienen van de ATO dienen de goederen onder een douaneregeling te zijn geplaatst of zijn wederuitgevoerd. Tot deze tijd mogen de goederen in een ruimte voor tijdelijke opslag worden opgeslagen.
Verschillen bij inklaring / onregelmatigheden op de ATO
Zodra de ATO is gedaan en goederen zijn overgebracht naar de ruimte voor tijdelijke opslag worden de goederen aan de hand van het beschikbare manifest gecontroleerd. Door de aard van het logistieke en adminisatratieve proces binnen de luchtvracht komt het regelmatig voor dat de gegevens op het manifest voor wat betreft het aantal colli niet overeenstemt met de hoeveelheid aanwezig bevonden goederen. Deze meer en/of minder bevindingen worden vervolgens door de RTO houder in de administratie verwerkt.
Inklaringsbeleid
De Nederlandse douane heeft zich sinds de inwerkingtreding van het Communautair douanewetboek in 1993 op het standpunt gesteld dat goederen welke als minderbevinding op het manifest werden aangetroffen in beginsel geacht te werden zijn onttrokken aan douanetoezicht. Naar het huidige standpunt van de douane zouden deze goederen dan tussen het moment van lossen uit het vliegtuig en de opname in de ruimte voor tijdelijke opslag aan douanetoezicht zijn onttrokken met als gevolg dat een douaneschuld ontstaat met verschuldigdheid van invoerrechten en omzetbelasting. Op basis van deze theorie is in 1993 door de Nederlandse douane een “vermis bij inklaringsbeleid” gepresenteerd waarbij de luchtvaartmaatschappij dient te bewijzen dat bij binnenkomst minder bevonden goederen niet op het land van vertrek zouden zijn geladen of op een andere wijze alsnog onder douanetoezicht werden geplaatst.
Invordering rechtmatig op bij binnenkomst minder bevonden goederen?
De vraag is of het terecht is dat de Nederlandse douane goederen welke niet aanwezig werden bevonden bij binnenkomst aanmerkt als een onttrekking aan douanetoezicht. Is het aannemelijk dat er dagelijkse grote hoeveelheden goederen na het lossen uit het vliegtuig op het platform aan toezicht worden onttrokken welke volledig onder controle staat van overheidsinstanties? Het antwoord is vanzelfsprekend ontkennend want de beveiligingsmaatregelen zijn van dusdanig niveau dat het is uitgesloten dat malafide partijen zonder belemmeringen 365 dagen per jaar 24/7 per dag goederen kunnen verduisteren.
Daarnaast zal de douane na vele jaren data verzameling en vele uitgevoerde fysieke controles hebben kunnen concluderen dat 99% van de geconstateerde minderbevindingen werd verklaard en derhalve de informatie op het manifest niet altijd correct is. Bovendien wordt een groot deel van luchtvracht opgebouwd op pallets welke vervolgens in verband met vliegveiligheid volledig worden afgewikkeld met plastic en vastgezet met straps. Indien bij de afbraak en het tellen van dergelijke op pallets opgebouwde vracht een minderbevinding wordt geconstateerd, kun je er dus ook vanuit gaan dat een collo feitelijk niet aanwezig is bevonden, niet op de bewuste pallets is opgebouwd en dus ook niet aan boord van het vliegtuig heeft gezeten.
Last but not least, hoe interpreteren de overige lidstaten de formaliteiten bij binnenkomst en het moment van douanetoezicht op binnengebrachte goederen? Staat Nederland alleen in deze uitleg binnen Europa en zo ja wat zijn de gevolgen indien vast komt te staan dat het gemeenschapsrecht onjuist is uitgelegd?
Jurisprudentie met betrekking tot vermis van goederen in tijdelijke opslag
In een arrest van de Hoge Raad uit 2009 (HR 43143 16-01-2009) kan worden gelezen dat indien een geconstateerd vermis niet naar tevredenheid van de douane kan worden verklaard, de douane er vanuit gaat dat de goederen tussen het moment van lossing van het vliegtuig en de inslag in het douane-entrepot aan douanetoezicht zijn onttrokken met tot gevolg het heffen van verschuldigde rechten bij invoer bij de belanghebbende.
Dit standpunt is naar mijn mening alleen juist indien de douane tijdens een fysieke waarneming heeft kunnen vaststellen dat de goederen aanwezig waren tijdens de lossing uit het vliegtuig en bij inslag in het douane entrepot niet aanwezig werden bevonden.
Omdat een daadwerkelijke vaststelling of goederen werden gelost uit het vliegtuig vrijwel altijd ontbreekt, kan worden gesteld dat de goederen zijn achtergebleven in het vliegtuig en daarmee niet in het douanegebied van de unie zijn binnengebracht. Hiermee zou het recht om tot heffing van douanerechten bij invoer en omzetbelasting bij invoer ook komen te vervallen, zo concludeerde de Procureur Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden in het voorgenoemde arrest.
Wijziging van een aangifte tot tijdelijke opslag, het DWU biedt uitkomst!
Uiteraard kan er nog veel over gezegd en geschreven worden maar wellicht is nu een goed moment aangebroken voor de douane en bedrijfsleven om de mogelijkheid binnen het op 1 mei 2016 in werking getreden douanewetboek van de Unie (DWU) aan te grijpen om een aangifte voor tijdelijke opslag te kunnen wijzigen. Deze wijziging is mogelijk tot 30 dagen na het indienen van de aangifte tot tijdelijke opslag. Artikel 146 DWU biedt de mogelijkheid hiertoe en laat het douanetoezicht op bij de douane aangebrachte goederen aanvangen vanaf het moment dat de goederen geteld ofwel gepunterd zijn zoals men in België zegt. Het zal u dan ook niet verbazen dat er in België geen douanerechten en omzetbelasting bij invoer wordt geheven op goederen welke nog niet gepunterd zijn. Een verzoek tot wijziging van het manifest is in Belgie al vele jaren gemeengoed.
Voor zowel afhandelaren, luchtvaartmaatschappijen als ook de Nederlandse douane zal een efficiënte implementatie van een verzoek tot wijziging van de ATO bijdragen aan de grootste administratieve lastenverlichting op het proces binnenbrengen sinds de invoering van de electronische summiere aangifte bij binnenkomst.
Raoul Paul | Linkedin
Be the first to comment on "Douane invorderingen summiere aangifte bij (luchtzijde) binnenkomst (on)rechtmatig?"